Geld en status

Geld en status


  • Kayıt: 10.02.2014 00:09:00 Güncelleme: 10.02.2014 00:09:00

Ik blijf me verbazen over de waarde van geld binnen de Turkse gemeenschap. Voor de gemiddelde Turk kan hij of zij namelijk status ontlenen vanuit zijn hoeveelheid aan geld. Met andere woorden gezegd: een Turk verdient status en aanzien door middel van geld terwijl eigenlijk zijn succes (opleiding, werk, carrière etc.) hier eigenlijk een meetlat voor zou moeten zijn. Helaas is dit niet zo binnen de Turkse gemeenschap.

 

Nu heeft die drive voor geld en status wel gezorgd voor indrukwekkende cijfers die ik de leergierige lezer van mijn column zeker niet wil ontzeggen. Turken in Nederland hebben ongeveer 20.000 bedrijven en 60.000 man aan personeel. Naar schatting circuleert er gemiddeld per jaar bijna 17 miljard euro aan geld binnen deze bedrijven. Toch is dit succes dusdanig dat het niet als een olievlek verspreidt. De gemiddelde Turk is namelijk gierig en niet bereid tot verder investeren. Het is daarom dat bijvoorbeeld de CİDİ een beurs geeft voor masterstudenten van ongeveer 5000 euro, maar dat de Turkse gemeenschap niet eens een vergelijkbare instelling hebben, laat staan dat ze een beurs geven. De gemiddelde Turkse ondernemer staat er dan ook niet voor open. Voor die mensen is de vraag simpel en kort door de bocht: "Gaat deze investering mij op de korte termijn meer geld opleveren?". En bij dit soort investeringen in de jeugd (studenten), levert het meestal pas op de lange termijn rendement op, als het al een direct rendement heeft voor de desbetreffende zakenman. Maar wat de Turkse zakenman niet beseft, is dat het een rendement is voor de gemeenschap an sich als er vers bloed afstudeert. Als de alumnus daarna voor hem of haar werk, dan wel voor een ander bedrijf; het niveau van de gemeenschap gaat ermee vooruit.

 

Helaas is dit niet iets wat begrepen wordt in Turkse kringen. Daar is alles en iedereen een potentieel gevaar. Dit komt omdat de Turkse gemeenschap erg autocratisch, hiërarchisch en simpelweg star is. De gemiddelde geslaagde Turkse zakenman verwacht geen opbouwende kritiek of innovatieve ontwikkelingen van vers bloed (lees: net afgestudeerde jongelingen) maar hij of zij verwacht aan ja-knikker die vol respect de status erkent. Juist hierdoor is er geen ruimte voor jong, veelbelovende, aanstormend talent binnen de Turkse gemeenschap. Dit is ook pijnlijk duidelijk in de Turkse politiek waar politieke partijen gemiddeld 20-25 jaar dezelfde partijvoorzitter hebben, veelal beëindigt alleen de dood deze functie (Alparslan Türkeş, Mustafa Kemal Atatürk, İsmet İnönü etc.).

 

Echter, buiten Nederland is er nu een andere ontwikkeling op gang gekomen. In de Verenigde Staten heeft de TCA (‘Turkish Coalition of America’) beurzen voor Turks-Amerikaanse studenten zodat ze stage kunnen lopen in Washington in het hart van de Amerikaanse politiek. De TCA is eigenlijk alles wat ontbreekt voor de Turkse gemeenschap, het is een lobby-organisatie, beursverstrekker, fondsregelaar, account manager, alles in één. Nu komt dat natuurlijk omdat de Turken in Amerika vooral hoogopgeleide Turken (Mehmet Öz, Mehmet Şükrü Hanioğlu etc.) zijn die naar Amerika kwamen op uitnodiging door de Amerikaanse overheid en een flinke maandloon eraan overhielden. Het geld hebben ze slim geïnvesteerd in de jeugd. In Europa is het natuurlijk een ander verhaal met de komst van gastarbeiders die alleen geïnteresseerd waren in geld, sparen en terugmigreren naar Turkije om daar een huis te kopen in het dorp waar ze vandaan kwamen.

 

Waar Amerikanen selecteerden op intelligentie, selecteerde Europa op inzet en motivatie om harde werkers te creëren. En geld bleek een goede motivatie voor de ‘mond houden, niet klagen en doorwerken’-type Turk te vinden en om te vormen tot gastarbeider. Het liefst had Europa ook nog Turken die alleen de basisschool hadden afgemaakt, of nog liever zelfs die niet afgemaakt hadden. Dat waren de hardste werkers namelijk omdat ze geen flauw benul hadden van mensenrechten, culturele uitingen, lobby-organisaties enzovoorts.

 

De Turkse gemeenschap in Europa, en in het bijzonder Nederland, dient dus nog veel in te halen om op het niveau van de Turkse Amerikanen te kunnen komen. Wel laten de Turko-Amerikanen zien dat er nog hoop is voor de Turken. Ook al ben ik door het Amerikaanse voorbeeld een beetje opgelucht dat het allemaal nog wel goed zal komen met de Turkse gemeenschap in Nederland, er is ook een keerpunt. Bepaalde uitspraken (zoals de in mijn vorige column aangehaalde befaamde "We hebben geen historici en geografen nodig, daarvoor hebben we wikipedia en google earth"-uitspraak van geitenkaasfabrikant en één van de rijkste Turkse zakenmannen in Nederland Şerif Aktürk) van bepaalde Turkse zakenmannen in Nederland laten mij twijfelen hoe lang dit dan wel niet zal duren. Vooral omdat één van die mensen, Şerif Aktürk, de vice-voorzitter van HOTİAD is (een vereniging waar de rijkste Turkse zakenmannen van Nederland bij aangesloten zijn) en HOTİAD aangaf vierkant achter de uitspraken van Aktürk te staan. Dat geld niets zegt over intelligentie was al duidelijk maar dit soort uitspraken zetten mij toch toe tot mijn overpeinzing van deze maand…

 

 

 

 

Drs. Armand Sag

 

Bestuursvoorzitter Instituut voor Turkse Studies www.turksestudies.org

 

&

 

Historicus en turkoloog www.armandsag.nl