Economische groei na Corona


  • Kayıt: 01.06.2020 19:37:00 Güncelleme: 01.06.2020 20:24:00

Economische groei na Corona


Langzaam maar zeker begint de wereld te herstellen van de Corona-pandemie en zijn de cijfers van de economische groei inmiddels bekend. Het is eigenlijk beter om te spreken van economische inkrimping omdat de prognose voor heel Europa, zonder uitzondering, een negatieve groei van de economie is. Een negatieve groei van de economie komt overeen met een inkrimping van de economie.

In dat overzicht zien we dat de landen waar we (hier in Nederland) een negatief beeld over hebben, toch de landen zijn die deze negatieve groei nog het best hebben weten te begrenzen. Landen zoals Polen (-4,6%), Hongarije (-3,1%), en Turkije (-5%) hebben één van de beste resultaten, terwijl de landen in West-Europa er slecht vanaf komen. Zo hebben Nederland (-7,5%), België (-6,9%), Italië (-9,1%), Spanje (-8%), Frankrijk (-7,2%), Duitsland (-7%), en Oostenrijk (-7%). Hoe kan dat toch gebeuren? Het heeft een tweeledige oorzaak. Ten eerste is er in Nederland sprake van een partijdige nieuwsvoorziening waarbij er een sterke mate van oriëntalisme is. Vrijwel alles wat iets ter oosten van Nederland ligt, wordt per definitie als “slecht” gekenmerkt. 

Denk daarbij aan Rusland, communisme, Turkije, islam, Hongarije, autoritarisme, Polen, conservatisme, maar ook China bijvoorbeeld. Het was ook goed te zien in de film ‘300’ met Gerard Butler waar frappant genoeg de Grieken als “good guys” werden neergezet en de Perzen (het hedendaagse Iran) als de “slechteriken” die de hele wereld tot slaven wilden maken. In werkelijkheid bestond er onder de Perzen geen slavernij maar vormden juist de Spartaanse Grieken een minderheid in hun eigen regio, omdat het merendeel van de bevolking uit slaven bestond. Het is letterlijk het omgekeerde in de film. Het is ook de kern van oriëntalisten: het Westen wordt opgehemeld als een verheven natie, land, cultuur, en volk ten koste van landen, culturen, en volkeren uit het oosten waarover neerbuigend wordt gedaan. In de Middeleeuwen was dit nog enigszins te begrijpen met de veroveringen van Attila de Hun ten koste van het Romeinse Rijk, alhoewel je ook daar kan twisten welke van de twee het minste kwaad was voor de lokale bevolking. Maar anno 2020 blijft het raar waarom alle kritiek altijd op andere landen is, en waarom deze landen zich dan altijd ten oosten van Nederland bevinden. Je hoort weinig kritiek op bijvoorbeeld de Verenigde Staten van Amerika of de anti-Turkse wetgeving in Frankrijk wat betreft vrijheid van meningsuiting over de Armeense kwestie.
Je hoort ook niks over het feit dat Nederland bijvoorbeeld veruit de meeste kinderporno herbergt van de hele wereld met 71% (IWF 2019 Annual Report), of 76,6% (EOKM Jaarverslag 2019). In beide onderzoeken herbergt Nederland ongeveer drie keer meer kinderporno dan alle andere landen ter wereld bij elkaar opgeteld! Ook dit schokkende resultaat wordt niet heel erg breed aangepakt waardoor het probleem sluimert en kinderporno elk jaar stijgt in Nederland.
Naast oriëntalisme en het gebrek aan zelfreflectie in Nederland, wat overigens ook uit onderzoek van de EU blijkt, speelt arrogantie ook een zekere rol.
 Volgens het onderzoek van de EU blijken Nederlanders het minst zelfkritisch te zijn van alle Europese bewoners met 89%. De schuld ligt altijd bij anderen en dat zien we ook terug bij het Europees Hof van de Rechten van de Mens waar Nederland in 2017 één van de meest bekritiseerde landen was: 2/3 van alle zaken (67%) werd verloren door Nederland vanwege een of meer schendingen van mensenrechten. Ter vergelijking: Turkije verloor ongeveer 10% van de zaken in datzelfde jaar. Dit soort zaken komen niet of nauwelijks aan het licht. Als een soort afleidingsmanoeuvre krijgen we dan berichten over bijvoorbeeld Hongarije, waar GroenLinks-Europarlementarier Judith Sargentini een vertekend en totaal onterecht rapport schreef over de Hongaarse premier Victor Orban. Nu blijkt dat Hongarije één van de meest voortvarende landen van Europa is, blijkt het moeilijk om deze grove fout toe te geven en valt men terug op twee dingen: 1. Hongarije (maar ook bijvoorbeeld Turkije of Polen) betichten van het vervalsen van statistieken; 2. Stellen dat autoritaire leiders altijd een economische opleving op korte termijn realiseren maar dat het op lange termijn instort. Het eerste is natuurlijk een grove beschuldiging maar ook één die niet bewezen kan worden. Het is dus een simpel vooroordeel. Het tweede is weliswaar terecht, maar dit geldt net zo hard voor democratieën waar je ook altijd deflatie en inflatie hebt. Tenslotte komen de laatste economische crises niet uit de eerdergenoemde landen maar juist uit het Westen waar er zogenaamd geen autoritaire leiders zijn. Wanneer men toch het verband legt hiertussen, zien we dat er eigenlijk geen wezenlijk verschil is tussen die landen behalve dat Hongarije, Polen, en Turkije het simpelweg beter doen met het ingrijpen in de economie. Waarom dit niet gewoon als zodanig aangekaart kan worden, is mijn overpeinzing van deze maand… 

 

 

 

Drs. Armand Sag

Historicus en turkoloog

www.armandsag.nl